Geschiedenis spoorwegen
in en om
Roosendaal

 
Niets uit deze website mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van kopie, op digitale of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van auteur en/of webmaster.
 

Uit de prille beginjaren van de SGB

 
In 1971 werd de SGB (hetgeen toen nog stond voor Stoomtram Goes - Borsele) opgericht. Vrij snel werd allerlei rollend materieel aangeschaft of verkregen. De suikerfabrieken in Breda en Zevenbergen schonken elk een twee-assige stoomlocomotief: 'Wittouck' (Orenstein & Koppel 9511, fabrieksnr. 9511, bouwjaar 1921) en 'Dina' (Henschel & Sohn, fabrieksnr. 18267, bouwjaar 1921). De NMBS kon de jonge club helpen aan een viertal houten rijtuigen, daterend uit de tijd van vóór de Eerste Wereldoorlog. Drie van de vier (53123, 53415 en 53688) waren rond 1910 in Pruisen (Duitsland) gebouwd en na de 'Groote Oorlog' als herstelbetaling aan Belgie uitgeleverd. Het andere rijtuig (91011) was in Belgie zelf gebouwd.
 
Vrij snel, op 29 juli 1972, kwam er een eerste kennismakingsrit voor begunstigers. Als machinist fungeerden Willem van Loenhout, oud-stoommachinist van de NS, en A.P. Bakker, tractieopzichter bij de NS, beiden uit Roosendaal. Verder was aanwezig de oud-hoofdstationschef H.P. van der Veen, compleet in uniform en met vetrekstaf. Hij woonde al sinds 1959 in de vroegere watertoren van het locomotievendepot in Goes. De reizigers waren leden van de plaatselijke Rotaryclub, het bestuur van de SGB, de Commissaris van de Koningin in de provincie Zeeland, en H.F. Enter als contactpersoon tussen de NS in Utrecht en museumorganisaties.
 
De tram vertrok van het eerste perron in Goes en kon alleen met enkele rangeerbewegingen op de lijn naar Hoedekenskerke komen. Na een bezoek aan de haven aldaar met de verlaten steiger naar Terneuzen, keerde het gezelschap terug naar het stationnetje 's-Gravenpolder - 's-Heer Abtskerke, waar de dag werd besloten met een maaltijd (Uit: De Koppeling van 4 augustus 1972). Goed acht maanden later, op zaterdag 7 april 1973 volgde de eerste rit voor een betalend publiek en vervolgens elke zaterdag om de veertien dagen. De foto's geven een beeld van de derde rit voor publiek op zaterdag 5 mei 1973.
 
 
Het voormalige SZB-stationsgebouw te Nisse wacht in stille gelatenheid de komst van de derde treinrit in 1973 af.
 
 
Daar is de trein met de locomotieven 2 'Dina' en 1 'Wittouck' en vier authentieke rijtuigen uit een al lang vervlogen tijd.
 
 
Deuren zwaaien open. Slechts enkele reizigers zullen een stapje naar buiten wagen. De tijd lijkt in Nisse even stil te staan.
 
 
De laatste reizigers komen terug. De locomotieven 2 'Dina' en 1 'Wittouck' zijn klaar voor de etappe naar Hoedekenskerke.
 
 
Bij aankomst te Hoedekenskerke is er een wat langere pauze, zodat reizigers hun benen beter kunnen strekken.
 
 
Vanaf de dijk aan de Westerschelde is er een goed uitzicht op het nog bijna 'boomloze' Hoedekenskerke. Nog altijd is dit dorpje het eindpunt voor de meeste treinen van de SGB, al is dat wel heel veel gewijzigd. Iets rechts van het achterste rijtuig, bij de overweg, staat al meer dan twintig jaar een niet in gebruik zijnd seinhuis. Waar de trein staat, liggen nu twee sporen en een heus perron met overkapping. Het veld links van de trein met de witte kippenstal maakt deel uit van het attractiepark 'De Buffer' op het huidige eindpunt. Ook de huizen achter de trein en rechts op de achtergrond zijn nog herkenbaar aanwezig.
 
 
Locomotief 'Dina' gaat waternemen in Oudelande en laat de rest van de trein achter in Hoedekenskerke.
 
 
Locomotief 'Dina' passeert een overweg in Baarland.
 
 
Locomotief 'Dina' is in Oudelande bezig met het waternemen vanuit een oude Esso-tankwagen.
 
 
Terug In Hoedekenskerke sluit het duo 'Dina' en 'Wittouck' zich weer aaneen en wordt de trein teruggezet tot op de voormalige laad- en losplaats aan de oostzijde van het dorp. Dat was ook de plek waar tot eind 1944 het stationsgebouw van Hoedekenskerke stond, en is nu de plaats, waar het duo kan 'omlopen' naar de andere kant van de trein voor de terugreis naar Goes.
 
 
De locomotieven 'Dina' en 'Wittouck' zetten zich in beweging met de trein voor de terugreis naar Goes.
 
 
LInks: Nog een laatste blik op het laatste rijtuig in Hoedekenskerke. Rechts: Met aan kop de locomotieven 1 'Wittouck' en 2 'Dina' nadert de trein de overweg in de provinciale weg tussen Hoedekenskerke en Kwadendamme.
 
 
Met op kop de locomotieven 1 'Wittouck' en 2 'Dina' nadert de reizigerstrein het station Kwadendamme.
 
 
Het inmiddels al wat lager staand zonnetje zet de oude rijtuigen, bij vertrek in 's-Gravenpolder - 'sHeer Abtskerke, in een fraai licht.
 
 
Het inmiddels al wat lager staand zonnetje zet de oude rijtuigen, bij vertrek in 's-Gravenpolder - 'sHeer Abtskerke, in een fraai licht. Helaas waren deze rijtuigen in de Zak van Zuid-Beveland geen lang leven beschoren. Ook de twee locomotieven kwamen al vrij snel aan de kant te staan. Zelfs werd 'Dina' gesloopt...!